Het Johan de Witthuis in Den Haag is de zeventiende-eeuwse woning van voormalig raadpensionaris Johan de Witt en sinds 1980 een ontvangst- en vergaderruimte van de Nederlandse overheid. Om de tuininrichting beter af te stemmen op die functie werkte het Amsterdamse landschapsbureau DELVA een bijzonder landschappelijk ontwerp uit. Voor de bestrating is gekozen voor Ancienne Belgique Brongeel, een getrommelde onbezande klinker met een bescheiden afmeting van 19 centimeter lang.
De authentieke uitstraling en zachte bronsgele kleur ondersteunen het statige karakter van het pand, zonder de aandacht af te leiden van het ontwerp. Daarnaast past de keuze voor kleiklinkers volledig in de visie van toekomstbestendig en circulair bouwen: als inert, duurzaam materiaal hebben kleiklinkers niet alleen een ontzettend hoge levensduur, ze lenen zich ook perfect tot hergebruik in latere, nieuwe projecten.
Wandelen rond de bloemperken
Het ontwerp gaat uit van een sterke verbondenheid tussen gebouw en buitenruimte. De tuin is opgevat als een opeenvolging van flexibel in te vullen zones, zoals ook het pand bestaat uit diverse kamers met variërende functies. Vanaf het bordes betreed je het terras dat vaak gebruikt wordt als besloten receptieruimte. Vervolgens nodigt de tuin uit om een wandeling te maken rond het stilistisch bloementapijt. Even verderop, in de luwte van de bomen, bevinden zich diverse terrassen. Daar kunnen bezoekers terecht voor een goed gesprek. Aan het einde van de tuin bevindt zich een pivoterend hek met tulpenpatroon, dat de overgang vormt tussen tuin en plein. Bij evenementen kan dat hek open en fungeert de parkeerplaats erachter als ruimte voor bijvoorbeeld catering of een podium bij tuinconcerten.
In de beplanting aandacht uit naar biodiversiteit. De verschillen in vochtigheid in het bloemenveld zorgen voor een diversiteit aan plantensoorten. Bloemen en planten evolueren mee met de seizoenen en gaan in dialoog met de profielen. Het resultaat is een rijk, dagelijks veranderend verhaal over innovatie, cultuur, schoonheid én tuinkunst.
Het volledige verhaal, inclusief een stukje geschiedenis, vind je hier.